Belgische bedrijfsrevisoren auditeren drie kwart van de Belgische economie

Kwart van Belgische economie in kleine ondernemingen is vrijgesteld van audit

Alle Belgische bedrijfsrevisoren samen controleren drie kwart van de meerwaarde die onze organisaties en bedrijven realiseren. Dat blijkt uit een gedetailleerde studie die het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) voor het eerst publiceert. De studie brengt in kaart brengt hoe groot het geauditeerde en het niet-geauditeerde deel van onze Belgische economie is. Het resterende kwart van onze economie waar geen jaarlijkse audit van de boeken plaatsvindt, bestaat uit kleine bedrijven die vrijgesteld zijn van controle door een revisor.

Organisaties en ondernemingen van openbaar belang zoals verzekeraars en banken zijn verplicht een bedrijfsrevisor als commissaris aan te stellen, voor telkens een mandaat van drie jaar. Ook grote bedrijven vallen onder die verplichting. Voor ons land gaat het om zo’n 27 000 bedrijven en organisaties die verplicht een bedrijfsrevisor als commissaris moeten aanstellen, voor een mandaat van telkens drie jaar. 

Om zicht te krijgen op de omvang van het geauditeerde en het niet-geauditeerde deel van onze Belgische economie, combineerde het IBR cijfers uit de aangiften van de commissarismandaten met de jaarrekeningen die de ondernemingen indienen bij de Nationale Bank van België. Daaruit blijkt dat de bedrijfsrevisoren in 2019 allemaal samen voor net geen 214 miljard euro bruto toegevoegde waarde controleerden. Vergeleken met het totaal van 291 miljard euro toegevoegde waarde die de privé-sector in 2019 realiseerde, gaat het om 74% geauditeerde meerwaarde. Wanneer niet-geauditeerde overheidsinstellingen (bijkomend 68 miljard euro) en huishoudens en eenmanszaken (bijkomend 66 miljard euro) wel worden meegerekend, realiseerde ons land in 2019 voor 425 miljard euro toegevoegde waarde. Daarvan is de 214 miljard euro geauditeerde meerwaarde exact de helft. 

“De commissaris kijkt met een externe en objectieve blik naar de verslagen die de bestuurders en de directie van een onderneming hem voorleggen. De bedrijfsrevisor trekt die cijfers en redeneringen na, zodat iedereen die wil erop kan vertrouwen en erop kan voortgaan. Intern, maar ook extern. Denk aan investeerders, vakbonden en medewerkers, maar ook leveranciers en klanten. Zij kunnen met meer vertrouwen in de geauditeerde onderneming handelen.”
Tom Meuleman, voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR)
 

“De jaarlijkse controle dwingt ondernemingen om hun bedrijfsvoering zelf kritisch onder de loep te nemen voor de commissaris dat doet. Hoe verzamelen we objectief data? Hoe vermijden we fraude? Zien we impact op jobs? Zijn er risico’s op faling? Wijzigt onze kaspositie?”
Tom Meuleman, voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR)


Helft werknemers werkt in geauditeerde onderneming

Onder meer werknemers en hun vertegenwoordigers hebben baat bij nauwgezette controle van de opgestelde jaarverslagen. Zij vinden in de geauditeerde verslagen en via de toelichting van de bedrijfsrevisor antwoorden op hun vragen, zoals ‘heeft de onderneming goede vooruitzichten?’ en ‘zullen alle lonen tijdig betaald kunnen worden?’. In ons land werkt de helft van de werknemers in een onderneming waarvan de jaarverslagen geauditeerd worden. Beperken we de berekening tot enkel de privé-bedrijven, dan stijgt het aantal tot twee op de drie werknemers.

Grosso modo stelt de privé-sector in ons land drie miljoen werknemers te werk, waarvan twee miljoen in geauditeerde ondernemingen. Net de helft van hen, of iets meer dan een miljoen van de werknemers in een geauditeerde onderneming, heeft bovendien meer dan 99 collega’s. Zij werken dus in een grote onderneming, met minstens 100 werknemers, waar de oprichting van een ondernemingsraad verplicht is. In ondernemingen met een ondernemingsraad neemt ook de bedrijfsrevisor deel aan de bijeenkomsten om zijn bevindingen bij de jaarverslagen toe te lichten en vragen van werknemers en hun vertegenwoordigers te beantwoorden.

 

Europese landen verhoogden massaal vrijstellingsdrempels om kleine ondernemingen vrij te stellen

Kan het geauditeerde gedeelte van de Belgische bruto toegevoegde waarde nog stijgen? De grootste stijging of daling is te verwachten wanneer de wetgeving wijzigt – of wanneer de samenstelling van ons economisch weefsel wijzigt, naar meer of minder kleine ondernemingen die buiten de verplichting vallen. 

Opvallend: de afgelopen vijftien jaar verhoogden, aansluitend op een EU-richtlijn, zo goed als alle Europese landen hun drempelwaarden die ondernemingen vrijstellen van het aanstellen van een commissaris. De Europese boekhoudrichtlijn uit 2013 maakt de aanstelling van een commissaris verplicht voor ondernemingen die minstens twee opeenvolgende boekjaren twee van drie grootte-criteria overschrijden. De criteria zijn een balanstotaal van 4 miljoen euro, een omzet van 8 miljoen euro en een medewerkersaantal van 50. Lidstaten mogen de financiële drempels nog verhogen, tot maximaal 6 miljoen euro balanstotaal en 12 miljoen euro omzet. Zo goed als alle Europese deden dat ook. Slechts in 3 landen bleef één of meerdere drempels gelijk en in 2 landen daalden de drempels. België verhoogde in 2016 de drempels van 3,65 miljoen tot 4,5 miljoen voor het balanstotaal en van 7,3 miljoen tot 9 miljoen voor de omzet. Slechts vijf Europese landen hanteren hogere drempels dan ons land. De gemiddelde Europese drempels zijn momenteel 2,8 miljoen euro voor het balanstotaal en 5,3 miljoen euro voor de omzet.  

“We begrijpen dat een audit voor kleine ondernemingen niet hetzelfde kan zijn als een doorgedreven audit voor multinationals. Toch hebben ook kleine ondernemingen baat bij een externe blik en externe controle, om dezelfde redenen als de grote en middelgrote ondernemingen. Ons land is een land van KMO’s, zij vormen mee de ruggengraat van onze economie. Dat blijkt ook uit het kwart bruto toegevoegde waarde dat in onze KMO’s gerealiseerd wordt. Om de KMO’s en hun partners meer houvast te geven via een audit, ontwikkelden we speciaal voor hen een audit op maat, die rekening houdt met hun omvang.”
Tom Meuleman, voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR)

Meer cijfers uit de studie en een gedetailleerde berekening zijn beschikbaar. Foto voorzitter Tom vrij te gebruiken mits vermelding fotograaf Karen Van der Biest.

Jan Laplasse

communicatie IBR-IRE

Jurgen D'Ours

communicatie Befirm

Persberichten in je mailbox

Door op "Inschrijven" te klikken, bevestig ik dat ik het Privacybeleid gelezen heb en ermee akkoord ga.

Over Befirm

Befirm is onderdeel van PR- en strategisch communicatiebureau Bepublic Group en heeft een specifieke expertise in financiële en corporate communicatie. De senior consultants van Befirm begeleiden tientallen nationale en internationale financiële spelers in hun externe communicatie in België, Nederland en Luxemburg.  

Befirm maakt samen met Bepublic, Bereal en Beready deel uit van Bepublic Group. Ontdek alles over het PR- en strategisch communicatiebureau op https://bepublicgroup.be